• ver·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vergen
vergde
gevergd
zwak -d volledig

vergen

  1. overgankelijk als noodzakelijke voorwaarde hebben
    • Dit vergde veel geduld. 
     `Die zou ik heel graag allemaal willen horen; zei hij. ' Maar als dat te veel van uw tijd vergt, kunt u mij misschien het mooiste antwoord geven.'[2]
95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]