vergankelijkheid
- ver·gan·ke·lijk·heid
- afgeleid van vergankelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergankelijkheid | vergankelijkheden |
verkleinwoord | - | - |
de vergankelijkheid v
- het vergankelijk zijn
- Het woord vergankelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.