vereist
- ver·eist
- [1-3] vermis met de uitgang -t
- vervoeging van vereisen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
vereisen |
vereist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
- Jij vereist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
- Hij vereist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vereisen
- Vereist!
vervoeging van: | vereisen… |
verbogen vorm: | vereiste |
vereist
- voltooid deelwoord van vereisen
stellend | |
---|---|
onverbogen | vereist |
verbogen | vereiste |
vereist
- benodigd, noodzakelijk
- Een aanwezigheidsquorum van tweederde van de leden is vereist.
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]
1. benodigd, noodzakelijk
- Het woord vereist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vereist" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be