• ver·draaid
  • vervoeging van verdraaien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: verdraaien…
verbogen vorm: verdraaide

verdraaid

  1. voltooid deelwoord van verdraaien

verdraaid

  1. (krachtterm) uitroep van verbazing en ergernis
    • Verdraaid! Dat zal toch niet waar zijn! 
stellend
onverbogen verdraaid
verbogen verdraaide
partitief verdraaids

verdraaid

  1. (krachtterm) uitdrukking van afkeer, ergernis, soms ook speels als waardering bedoeld
    • Heeft die verdraaide bengel me toch nog mat gezet! 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be