verdolen
- ver·do·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdolen |
verdoolde |
verdoold |
zwak -d | volledig |
verdolen
- de weg kwijt raken
- (figuurlijk) in ethisch of religieus opzicht afdwalen
- Een verdoolde kudde was mijn volk, Hun herders hebben ze op een dwaalspoor gebracht, En lieten ze zwerven op de bergen; Van berg tot heuvel trokken ze rond, En vergaten hun kooi. (Jesaja 50:6, Petrus Canisiusvertaling van de Bijbel).
- Het woord verdolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdolen" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be