• ver·derf
enkelvoud meervoud
naamwoord verderf -
verkleinwoord

het verderfo

  1. (religie) noodlot, ondergang, verdoemenis
  2. bederf

[1] "ondergang"

  • Dood en verderf verspreiden/zaaien
Grote verwoestingen aanrichten (inclusief het maken van dodelijke slachtoffers)
  • Een plaats/plek/oord/ [...] des verderfs.
Een plek waar veel gezondigd wordt
  • Iemand in het verderf brengen/storten
Iemands ondergang veroorzaken; zorgen dat iemand helemaal van het goede pad afraakt
  • In het verderf lopen
Zijn eigen ondergang tegemoetgaan
vervoeging van
verderven

verderf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verderven
    • Ik verderf. 
  2. gebiedende wijs van verderven
    • Verderf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verderven
    • Verderf je? 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be