verderf
- ver·derf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verderf | - |
verkleinwoord |
het verderf o
[1] "ondergang"
- Dood en verderf verspreiden/zaaien
Grote verwoestingen aanrichten (inclusief het maken van dodelijke slachtoffers)
- Een plaats/plek/oord/ [...] des verderfs.
Een plek waar veel gezondigd wordt
- Iemand in het verderf brengen/storten
Iemands ondergang veroorzaken; zorgen dat iemand helemaal van het goede pad afraakt
- In het verderf lopen
Zijn eigen ondergang tegemoetgaan
vervoeging van |
---|
verderven |
verderf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verderven
- Ik verderf.
- gebiedende wijs van verderven
- Verderf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verderven
- Verderf je?
- Het woord verderf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verderf" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be