• ver·aan·ge·na·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
veraangenamen
veraangenaamde
veraangenaamd
zwak -d volledig

veraangenamen

  1. overgankelijk plezieriger maken
    • De avond werd veraangenaamd door een optreden van een aantal artiesten. 
95 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be