• vep·se·bol
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden veps en bol met het invoegsel -e-
Naar frequentie 39844
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vepsebol     vepsebolet     vepsebol     vepsebola
vepsebolene  
genitief   vepsebols     vepsebolets     vepsebols     vepsebolas
vepsebolenes  

vepsebol, o

  1. (dierkunde) wespennest
  2. (figuurlijk) bijeenkomst van strijdbare mensen
  • [2]: stikke hånden inn i et vepsebol
    stikke hånden inn i vepsebolet
zijn hand in een wespennest steken (een onderwerp aanraken dat aanleiding geeft tot conflicten)

vepsebol, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van vepsebol


  • vep·se·bol
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden veps en bol met het invoegsel -e-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vepsebol     vepsebolet     vepsebol     vepsebola  

vepsebol, o

  1. (dierkunde) wespennest
  2. (figuurlijk) bijeenkomst van strijdbare mensen

vepsebol, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van vepsebol