ventriculair
- ven·tri·cu·lair
- afgeleid van het Franse ventriculaire of van ventrikel met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ventriculair | ventriculairder | ventriculairst |
verbogen | ventriculaire | ventriculairdere | ventriculairste |
partitief | ventriculairs | ventriculairders | - |
ventriculair
1. met betrekking tot de orgaanholte
- Het woord ventriculair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ventriculair" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be