Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·tiel·dop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ventieldop ventieldoppen
verkleinwoord ventieldopje ventieldopjes

Zelfstandig naamwoord

de ventieldopm

  1. dopje op een ventiel van een luchtband van bijvoorbeeld een fiets- of een autoband aanwezig ter voorkoming van vuilintrede

Meer informatie

Gangbaarheid