vennootschapsbelasting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ven·noot·schaps·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vennootschap en belasting met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vennootschapsbelasting | vennootschapsbelastingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- belasting geheven over de winst van een vennootschap
- Uit het onderzoek blijkt dat de belastingparadijzen geen of lage tarieven voor vennootschapsbelasting hebben, oneerlijke fiscale prikkels geven aan bedrijven en niet meewerken aan internationale maatregelen tegen belastingontwijking. [2]
- ▸ Maar haar vader bijvoorbeeld? Hij had zijn hele leven op de rechtse Hôgerpartiet gestemd, en niet alleen omdat hij voor een verlaging van de successierechten en de vennootschapsbelasting was.[3]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vennootschapsbelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nos.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149