veiligheidsbeugel
- vei·lig·heids·beu·gel
- samenstelling van veiligheid zn en beugel met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiligheidsbeugel | veiligheidsbeugels |
verkleinwoord | veiligheidsbeugeltje | veiligheidsbeugeltjes |
de veiligheidsbeugel m
- beugel die de veiligheid van personen garandeert (o.a. gebruikt in attracties op kermissen en in pretparken)
- Het woord 'veiligheidsbeugel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.