veelvormigheid
- veel·vor·mig·heid
- afleiding van veelvormig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veelvormigheid | veelvormigheden |
verkleinwoord |
de veelvormigheid v
- het veel verschillende vormen hebbend; het gevarieerd zijn
- ▸ De hele veelvormigheid, de bekoring, de schoonheid van het leven bestaat juist uit licht en schaduw.[2]
- ▸ Die veelvormigheid gaat ten koste van de duidelijkheid, stelt Schultz. Ze doet de aanpassing op verzoek van een commissie die heeft gekeken hoe de verschillende verkeersborden langs de weg duidelijker kunnen.[3]
- Het woord veelvormigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Nieuwe verkeersborden op komst” (26-09-2014), NOS