Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·der·wol·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vederwolken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vederwolkenmv

  1. bewolking die bestaat uit wolken die lijken op de veren van een vogels
     Ze waren uitvoerig, meanderend, haar weerfronten vlochten zich door de mijne, we vergeleken het wolkendek aan de oostkust met het wolkendek aan de westkust, cumuluswolken en vederwolken, makreelwolken en sluierbewolking...[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500