valutakoers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: valutakoers (hulp, bestand)
Woordafbreking
- va·lu·ta·koers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van valuta zn en koers [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valutakoers | valutakoersen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de valutakoers m
- (financieel) waarde van een valuta, uitgedrukt in een andere geldsoort (eigenlijk valutapaar)
Gangbaarheid
- Het woord valutakoers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.