valutair
- va·lu·tair
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | valutair | valutairder | valutairst |
verbogen | valutaire | valutairdere | valutairste |
partitief | valutairs | valutairders | - |
valutair [1]
- betrekking hebbend op valuta's
- Het woord valutair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "valutair" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be