Nederlands

 
valpijp
Uitspraak
Woordafbreking
  • val·pijp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord valpijp valpijpen
verkleinwoord valpijpje valpijpjes

Zelfstandig naamwoord

de valpijpv / m

  1. een verticaal of schuin staande buis of pijp om vooral vloeistoffen en stortgoed te verplaatsen met behulp van de zwaartekracht
     Mede daarom heeft Tideway €100 miljoen gestoken in een gloednieuw zogeheten valpijpschip, met de toepasselijke naam Flintstone. Dit schip wordt momenteel gebouwd in Singapore, heeft een laadvermogen van 20.000 ton en kan nauwkeurig stenen storten tot op diepten van twee kilometer.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Stenen op grote diepte” (15 nov. 2012), De Telegraaf
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be