Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·di·dac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakdidactiek vakdidactieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vakdidactiekv

  1. (onderwijs) methodische kennis en vaardigheid om mensen iets op een specifiek gebied te leren

Gangbaarheid