• vaat·wand
enkelvoud meervoud
naamwoord vaatwand vaatwanden
verkleinwoord

de vaatwandm

  1. (anatomie) de wand van een ader of slagader; de want van
     Bij muizenembryo's was te zien dat de bloedstamcellen in een vroeg stadium ontstonden in de aorta. Uit de vaatwand splitsten zich een paar cellen af, die via de lever naar het beenmerg verhuisden.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ontstaan bloedstamcellen vastgelegd” (Maandag 15 februari 2010, 20:45), NOS