uroscopie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uro·sco·pie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uroscopie | uroscopieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uroscopie v
- (medisch) (verouderd) het bekijken en beoordelen van de urine om zo een medische diagnose te kunnen stellen
- Het piskijken was, om zo te zeggen, een plechtig ritueel. De middeleeuwse arts wordt dan ook veelal afgebeeld met een urinaal in de hand. Dat de piskijkerij (uroscopie) door sommigen op grove wijze misbruikt werd, ligt voor de hand. [2]
Synoniemen
Vertalingen
1. het bekijken en beoordelen van de urine om zo een medische diagnose te kunnen stellen
Gangbaarheid
- Het woord 'uroscopie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uroscopie" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ uroscopie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ (1972)–G.A. Lindeboom Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland Hoofdstuk 1 Middeleeuwen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be