Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uni·ver·sa·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord universale universalia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het universaleo

  1. (filosofie) algemeen geldig begrip
  2. (taalkunde) verschijnsel dat in haast alle talen voorkomt
  3. (geschiedenis) manifest dat door een vorst is uitgevaardigd

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen