uniteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uniteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uni·teit

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van unie met het achtervoegsel -teit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uniteit	uniteiten
verkleinwoord	uniteitje	uniteitjes

Zelfstandig naamwoord

de uniteit v

1. het één zijn, eenheid, eensgezindheid

Afgeleide begrippen

• uniteitsbeginsel

Vertalingen

    1.   

Engels: unity (en) Frans: unité (fr) v

Spaans: unidad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord uniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.