Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·zend·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - uitzendkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitzendkostenmv

  1. geld dat men moet betalen voor het verspreiden van een radio- of televisie-uitzending

Gangbaarheid