Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·werp·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitwerpsel uitwerpselen
uitwerpsels
verkleinwoord uitwerpseltje uitwerpseltjes

Zelfstandig naamwoord

het uitwerpselo

  1. datgene dat naar buiten geworpen wordt
  2. met name mv: de afvalstoffen van de spijsvertering van mens en dier zoals deze uitgeworpen worden
    • De uitwerpselen die hondenliefhebbers op straat achterlaten ergeren velen. 
     Het was tenslotte erg smerig om menselijke uitwerpselen te zien liggen met wapperend WC papier erop.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be