uitroepend voornaamwoord
- uit·roe·pend voor·naam·woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitroepend voornaamwoord | uitroepende voornaamwoorden |
verkleinwoord | uitroepend voornaamwoordje | uitroepende voornaamwoordjes |
het uitroepend voornaamwoord o
- (grammatica) een voornaamwoord dat gebruikt wordt om een uitroep of een affectieve (emotioneel geladen) uiting in te leiden.
- Een uitroepend voornaamwoord heeft een intensiverende functie.
- In het Nederlands bestaan de volgende uitroepende voornaamwoorden: wat, welk, hoe, zo'n, zo, zulk
- voornaamwoord, naamwoord
- Het woord 'uitroepend voornaamwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.