uitroepende voornaamwoorden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·roe·pen·de voor·naam·woor·den
Zelfstandig naamwoord
de uitroepende voornaamwoorden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord uitroepend voornaamwoord
de uitroepende voornaamwoorden mv