uitpeiling
- Geluid: uitpeiling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytpɛilɪŋ / (3 lettergrepen)
- uit·pei·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitpeiling | uitpeilingen |
verkleinwoord |
de uitpeiling v
- (waterbeheer) opmeting van de bodem na afloop van de werkzaamheden
- De uitpeiling van het kustgebied gaf aan dat er uiteindelijk veel minder zand gesuppleerd was dan in het bestek was aangegeven.
- ▸ Na het baggeren zal de peilboot VLIET een uitpeiling doen.[1]
- Het woord 'uitpeiling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Havenmeester van RotterdamBekendmakingen aan de scheepvaart : Baggerwerkzaamheden Rotterdam/Zuiddiepje in: Staatscourant , jrg. 2013 nr. 6064 (11 maart 2013)