uitgedroogde klei
  • uit·ge·droogd
vervoeging van: uitdrogen…
verbogen vorm: uitgedroogde

uitgedroogd

  1. voltooid deelwoord van uitdrogen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen uitgedroogd uitgedroogder uitgedroogdst
verbogen uitgedroogde uitgedroogdere uitgedroogdste
partitief uitgedroogds uitgedroogders -

uitgedroogd [1]

  1. droog geworden, alle vocht verloren
    • Omdat er al drie maanden geen regen is gevallen is de grond helemaal uitgedroogd.  
     Deze informatie was nog betrouwbaarder dan de soms wat verouderde opmerkingen in Guthook en gezamenlijk gaven ze voldoende informatie om met enigszins gerust hart de uitgedroogde woestijn in te trekken.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers