uitduel
- uit·du·el
- samenstelling van uit bw en duel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitduel | uitduellen uitduels |
verkleinwoord |
het uitduel o
- (sport) wedstrijd die men op het terrein van de tegenstander speelt
- ▸ Ajax had nog een voorwaardelijke straf staan vanwege de ongeregeldheden tijdens het uitduel van de vorige editie van de Champions League, in Lissabon bij Benfica. Die voorwaardelijke straf werd omgezet in een definitieve sanctie. Gaan de Amsterdammers binnen een jaar weer over de schreef, dan volgt dezelfde straf.[1]
- ▸ De laatste keer dat Tottenham Hotspur een uitwedstrijd in de Premier League won was op 20 januari: 1-2 bij het later gedegradeerde Fulham. Daarna won Spurs alleen in de Champions League nog een keer een uitduel: de 2-3 bij Ajax op 8 mei door de hattrick van Lucas Moura.[2]
- Het woord uitduel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitduel" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Ajax verliest hoger beroep: definitief zonder fans naar Chelsea” (01-11-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Son in tranen na beenbreuk Everton-middenvelder Gomes” (3 nov. 2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be