• tys·dag
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord týsdagr (= dag voor de god Týr (Nynorsk: Ty), de god van de gerechtigheid in de Noordse mythologie)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tysdag     tysdagen     tysdagar     tysdagane  

tysdag m

  1. dinsdag


Dagen in het Nynorsk
måndag
maandag
tysdag
dinsdag
onsdag
woensdag
torsdag
donderdag
fredag
vrijdag
laurdag
zaterdag
sundag
søndag
zondag