• sun·dag
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sundag     sundagen     sundagar     sundagane  

sundag m

  1. zondag


Dagen in het Nynorsk
måndag
maandag
tysdag
dinsdag
onsdag
woensdag
torsdag
donderdag
fredag
vrijdag
laurdag
zaterdag
sundag
søndag
zondag