tweewielig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweewielig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- twee·wie·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweewielig |
verbogen | tweewielige |
partitief | tweewieligs |
Bijvoeglijk naamwoord
tweewielig
- uitgerust met twee wielen
- Deze weg is alleen toegankelijk voor tweewielige voertuigen, zoals motorfietsen en voor ruiters te paard.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tweewielig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.