• twee·ling·zus·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord tweelingzuster tweelingzusters
verkleinwoord tweelingzustertje tweelingzustertjes

de tweelingzusterv [1]

  1. vrouwelijke helft van een tweeling
     Ze deed me vaag denken aan het portret dat ik van haar tweelingzuster Marianne had gezien.[2]
     Tolkien schreef het in 1915 op 23-jarige leeftijd, toen hij nog studeerde. Dat heeft uitgeverij HarperCollins laten weten. The Story of Kullervo gaat over een weesjongen die als slaaf wordt verkocht en die zonder het te weten zijn tweelingzuster verleidt alvorens zelfmoord te plegen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “Dochter van het verraad” (1991), Saga, ISBN 9788726484861
  3.   Weblink bron “Onvoltooid werk van Hobbit-auteur Tolkien gepubliceerd” (12-08-2015), Tubantia