tweehonderdenzesenzeventig

Nederlands

0	2	7	6

tweehonderdenzesenzeventig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenzesenzeventig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzɛsənˌsevə(n)təx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdenzesennegentig': /ˌtwehɔndərtɛnˈzɛsənˌzøvəntəx/

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·zes·en·ze·ven·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  zesenzeventig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenzesenzeventig

1. "276", langere vorm van tweehonderdzesenzeventig, tweehonderd plus zesenzeventig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenzesenzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzesenzeventig. 

Synoniemen

• tweehonderdzesenzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzesenzeventig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenzesenzeventigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzesenzeventig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenzesenzeventigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenzesenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.