tweehonderdenzesennegentig

Nederlands

0	2	9	6

tweehonderdenzesennegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenzesennegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzɛsəˌneɣə(n)təx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·zes·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  zesennegentig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenzesennegentig

1. "296", langere vorm van tweehonderdzesennegentig, tweehonderd plus zesennegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenzesennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzesennegentig. 

Synoniemen

• tweehonderdzesennegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzesennegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenzesennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzesennegentig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenzesennegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenzesennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.