tweehonderdenzesenvijftig
0 | 2 | 5 | 6 |
tweehonderdenzesenvijftig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdenzesenvijftig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzɛsənˌfɛiftəx / (8 lettergrepen)
- twee·hon·derd·en·zes·en·vijf·tig
tweehonderdenzesenvijftig
- "256", langere vorm van tweehonderdzesenvijftig, tweehonderd plus zesenvijftig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdenzesenvijftig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzesenvijftig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdzesenvijftig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzesenvijftig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzesenvijftig" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdenzesenvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)