tweehonderdenvierenzeventig
0 | 2 | 7 | 4 |
tweehonderdenvierenzeventig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdenvierenzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈvirənˌsevə(n)təx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdenvierennegentig': /ˌtwehɔndərtɛnˈvirənˌzøvəntəx/
- twee·hon·derd·en·vier·en·ze·ven·tig
tweehonderdenvierenzeventig
- "274", langere vorm van tweehonderdvierenzeventig, tweehonderd plus vierenzeventig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdenvierenzeventig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenvierenzeventig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdvierenzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenvierenzeventig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenvierenzeventig" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdenvierenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)