tweebak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van twee en bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweebak | tweebakken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tweebak m
- (techniek) een versnellingsbak met twee versnellingen
- Deze bromfiets heeft een tweebak
- (scheepvaart) een duwboot met twee duwbakken ervoor
- (voeding) beschuit [1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.