tweeënveertigjarig
- Geluid: tweeënveertigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌfertəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- tweeën·veer·tig·ja·rig, twee·en·veer·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van tweeënveertig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweeënveertigjarig |
verbogen | tweeënveertigjarige |
partitief | tweeënveertigjarigs |
tweeënveertigjarig
- 42 jaren durend
- Gedurende dit tweeënveertigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 42 jaar
- Bij de brand viel helaas een tweeënveertigjarig slachtoffer.
- Het woord 'tweeënveertigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.