• twea·ken

tweaken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tweaken
tweakte
getweakt
zwak -t volledig
  1. overgankelijk subtiel aanpassen
     ,,In de virtuele realiteit kunnen we de omgeving ook tweaken en kijken hoe mensen daarop reageren."[2]
     “Het kan natuurlijk nog mooier. Eigenlijk zou je er al voor de conceptie bij moeten zijn. Dan kun je nog een beetje tweaken. Een paar genen de goede kant op duwen. De hormoonspiegel van je moeder een beetje pimpen, zodat je als foetus optimaal groeit en ter wereld komt als een biseksuele alleskunner, allesbezitter, allesneuker. Zolang je maar kunt sturen op wie je ouders zijn en waar je geboren wordt.”[3]
  1. tweaken op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    David Bremmer
    “VR-bril gaat winkels helpen om meer te verkopen” (10-01-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “Van tevoren” (18/12/2009), HP de Tijd