tuttifrutti
- Geluid: tuttifrutti (hulp, bestand)
- tut·ti·frut·ti
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuttifrutti | |
verkleinwoord |
- (voeding) mengsel van gedroogde vruchten (zoals pruim, appel en abrikoos)
- Ik ken trouwens niks van gin. Het maakt dus ook niet uit wat voor gin het is. Zolang het maar geen vrouwengin is. Die heb ik eens ergens geproefd. Het was zo vies dat het een belediging was, roze gin met de geur van bloemen en de smaak van tuttifrutti. Zogezegd typisch iets voor vrouwen.’ [4]
- Nou ja, brand... "Een gevalletje waarbij het heel goed was dat de buren in actie kwamen", concludeert Martijn Boeijink. "In dit geval stond er iets droog te koken. Tuttifrutti geloof ik. Maar zonder vocht vliegt alles een keer in brand. De buren kwamen af op condens, rook en lucht en belden de brandweer."[5]
1.mengsel van gedroogde vruchten (zoals pruim, appel en abrikoos)
- Het woord tuttifrutti staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuttifrutti" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tuttifrutti" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tuttifrutti op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 18 NOVEMBER 2017
- ↑ Tubantia Peter Zandee 17-NOVEMBER-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be