tuimelraam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuimelraam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tui·mel·raam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuimelraam | tuimelramen |
verkleinwoord | tuimelraampje | tuimelraampjes |
Zelfstandig naamwoord
het tuimelraam o
- (bouwkunde) een raam dat met een horizontale draaias geopend en gesloten kan worden
- Er werd een ladder tegen het huis en een van de brandweerlieden slaagde erin om via een tuimelraam de woning binnen te komen. Het uitschakelen van de rookmelder was vervolgens een koud kunstje. De opluchting in de buurt was groot toen de rust was teruggekeerd.[2]
- Wanhoop niet, er zijn nog genoeg manieren om te profiteren van de lage btw. Kies voor een kleine klus die nog wel afkomt. Als de hele zolderverdieping verbouwen niet meer lukt, is een dakkapel of tuimelraam nog wel te plaatsen. Dan doet u de rest later.[3]
Hyponiemen
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tuimelraam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuimelraam" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 04-JULI-2015
- ↑ Volkskrant Reinout van der Heijden hoofdredacteur van de Geldgids 1 mei 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be