Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tucht·roe·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuchtroede tuchtroeden
tuchtroedes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tuchtroedev / m

  1. (geschiedenis) roede die ter bestraffing werd aangewend om de tucht te bevorderen
    • de tuchtraad adviseert om in bepaalde hardnekkige gevallen weer de tuchtroede te gebruiken 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen