tsom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tsom    (hulp, bestand)
• IPA: /tsɔm/

Woordafbreking

• tsom

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tsom	tsomot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tsom v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) het vasten
2. (Jiddisch-Hebreeuws) vastendag

Gangbaarheid

• Het woord 'tsom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.