trouwbed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trouw·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwbed | trouwbedden |
verkleinwoord | trouwbedje | trouwbedjes |
Zelfstandig naamwoord
het trouwbed o
- (verouderd) het bed waarin de eeste nacht na de huwelijksvoltrekking wordt doorgebracht
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'trouwbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.