trompetvormig
- trom·pet·vor·mig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | trompetvormig | trompetvormiger | trompetvormigst |
verbogen | trompetvormige | trompetvormigere | trompetvormigste |
partitief | trompetvormigs | trompetvormigers | - |
trompetvormig
- vorm van een trompet hebbend
- De bloemdekslippen van de narcis zijn geel, de bijkroon (corona) is diepgeel en trompetvormig.
- Het woord 'trompetvormig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.