• trog·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen trogvormig trogvormiger trogvormigst
verbogen trogvormige trogvormigere trogvormigste
partitief trogvormigs trogvormigers -

trogvormig

  1. vorm van een trog hebbend
    • Bij de restauratie van de Bartholomeüskerk werd buiten de kerk aan zuidzijde van het schip ten westen van de oostelijke steunbeer een rode zandstenen trogvormig sarcofaag gevonden. .