troepenschip
  • troe·pen·schip
enkelvoud meervoud
naamwoord troepenschip troepenschepen
verkleinwoord

het troepenschipo [1]

  1. (militair) schip waarmee men troepen over zee naar het slagveld vervoert
     Toen het troepenschip de Natural Selection naderde en de enorme afmetingen van de ijzeren berg geleidelijk aan zichtbaar werden, kwam het beeld van de Ming in Zhang Beihai's gedachten op.[2]
     De voorbereiding in Nederland was in de meeste gevallen beperkt. Twee keer naar de schietbaan in Roermond, waar niet geschoten kon worden vanwege de drukte. Exerceren in de sneeuw. Wat toevallige instructies van een oudgediende die op het troepenschip tijdens de heenreis enkele ervaringen deelde.[3]



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Liu Cixin
    “Het donkere woud” (2008), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645828
  3.   Weblink bron “Dekolonisatie Nederlands-Indië: de jongens kwamen in een oorlog terecht” (Donderdag 14 september 2017, 22:34), NOS