triolet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tri·o·let
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | triolet | trioletten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- dichtstukje van acht regels, waarin de eerste regel na de derde wordt herhaald, en na de zesde de eerste twee regels
- (muziek) triool
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord triolet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "triolet" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ triolet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
triolet | le triolet | triolets | les triolets |
Zelfstandig naamwoord
triolet m