tribade
- tri·ba·de
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | tribade | tribaden |
| verkleinwoord |
de tribade v
- (verouderd) (actieve) lesbienne, vrouw die een andere vrouw seksueel bevredigt
- ▸ Vooral de tribade is het object van obsessief (mannelijk) voyeurisme (…)[3]
- ▸ "Tropische tribaden" is een wetenschappelijke verhandeling van wijlen Prof Rudolf van Lier over homoseksualiteit en homoseksuele vrouwen in Suriname, en een van de weinige studies op dit terrein over niet-westerse landen.[4]
- Het woord 'tribade' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tribade op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Historische proeve over het leven van Maria Antonia van Oostenryk, koningin van Frankryk” (1789), Hofdrukker, Parijs, p. 14
- ↑ Weblink bron “De lust tot lezen. Nederlandse dichteressen en het literaire systeem.” (1988), Sara/Van Gennep, Amsterdam, ISBN 9060127900, p. 270
- ↑ Weblink bron Sisterhood en mati-spel (over Rudolf van Lier, Tropische tribaden & Joanna Werners, Droomhuid) in: De geest van Waraku. Kritieken over Surinaamse literatuur (1993), Uitgeverij Zuid, Haarlem/Brussel, ISBN 90 6773 007 6, p. 107
- tri·bade
- via Latijn tribas “vrouw die met een andere vrouw ontucht bedrijft”, ontleend aan Oudgrieks τριβάς (tribas) "lesbienne", naar de seksuele handeling die een vrouw bij zichzelf of met andere vrouwen uitvoert, afgeleid van het Griekse werkwoord τρίβω (tríbo) “wrijven”. [1]
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| tribade | la tribade | tribades | les tribades |
de tribade v
- ↑ tribade (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994)
op de website cnrtl.fr .